Het Limburgse dorp Schin op Geul ligt op een helling boven het Geuldal, in een omgeving die ideaal is voor afwisselende wandelingen, zoals deze licht heuvelachtige rond het Geuldal van 13 km, waarbij je in totaal 240 m klimt. Neem de trein naar Schin op Geul of parkeer de auto bij het station boven de dorpskerk, waar een ruim gratis parkeerterrein is. De wandelroute volgt eerst de spoorlijn richting Valkenburg en daalt dan af in het Geuldal. Via het schitterende Gerendal en vervolgens door weiden en bos en onder de Keutenberg langs keer je terug in Schin op Geul.

Schaelsberg
De eerste anderhalve kilometer is vlak en volgt de spoorbaan richting Valkenburg. Daarna volg je een tamelijk steil pad omhoog naar de Kluis op de Schaelsberg. Deze kluizenarij werd in 1688 gesticht en is tot 1930 voortdurend bewoond geweest. In totaal 16 broeders hebben hier hun leven in afzondering doorgebracht. Behalve de witgepleisterde kapel met woonhuis kun je hier een moderne kruiswegstatie bekijken. Het uitzicht op de mergelwand van de Daolkesberg en het Geuldal is de moeite van de klim van zo’n 50 meter zeker waard. De blootliggende kalksteenwand is in de loop der eeuwen door de mergelwinning ontstaan. Er zijn circa acht groeves, waarvan sommige uit de late middeleeuwen dateren.

Genhoes en Schaloen
Over een breed pad daal je van de Schaelsberg af en eenmaal in het dal passeer je de Calvariegroep De Drie Beeldjes, met daarachter een loodrechte mergelwand. Dan sla je rechtsaf het Geuldal in richting Oud-Valkenburg, met zicht op twee mergelkastelen. Links ligt Genhoes uit de late middeleeuwen, dat niet toegankelijk is, en rechts Schaloen, dat nu als hotel in gebruik is. Kasteel Schaloen oogt als een echt ridderkasteel, maar kreeg pas in 1894 het huidige neogotische uiterlijk, na een restauratie onder leiding van architect Pierre Cuypers.

Gerendal
Je steekt de N595 over en wandelt door het fraaie Gerendal geleidelijk omhoog. Dit is een zogeheten droogdal, een dal zonder beek of rivier, dat ontstaan is door afstromend regenwater. Het Gerendal is vooral bekend vanwege de vele orchideeën, die hier in het voorjaar bloeien. Staatsbosbeheer onderhoudt hier ook een orchideeëntuin (in mei en juni geopend). Het Gerendal is alleen voor fietsers en voetgangers toegankelijk en maakt een voor Nederland ongekend landelijke indruk, maar zoals overal in het zuiden van Limburg kan het er op mooie dagen behoorlijk druk zijn.

Na het Gerendal volgt een wat hoger gelegen, tamelijk vlak gebied met akkers en weiden, dat mooie vergezichten biedt. Er zijn diverse paden die je kunt volgen om weer naar het Geuldal af te dalen, naar Beertsenhoven of wat korter naar Stokhem, door het bos en langs weiden.

Gronselerput
Een paar honderd meter na camping De Gele Anemoon passeer je de Gronselerput. Deze bron werd nog tot in de jaren zestig gebruikt door mensen die op de Keutenberg woonden. Hier is in 1944 ook een schuilplaats in de mergel uitgehouwen voor de inwoners van Etenaken, die hier vlak voor de bevrijding door de Amerikanen voor enkele nachten bescherming zochten. De gangen zijn dichtgemaakt, maar vleermuizen kunnen hier nog wel een schuilplaats vinden. Na dit complex is het langs de meanderende Geul en bomen vol maretak via Engwegen niet ver meer naar Schin op Geul. Let op de hoek van de Breeweg nog even op het standbeeld van Frater Venantius, een ooit razend populair typetje van cabaretier Wim Sonneveld. Dankzij zijn conference over een zingende Limburgse frater werd Schin op Geul in de jaren zestig in heel Nederland een bekend dorp.

Download het gpx-bestand van de wandeling.