Iedereen kent het Koninklijk Paleis op de Amsterdamse Dam, maar opvallend weinig mensen weten dat je er gewoon een kijkje in kunt nemen. Jarenlang was het paleis niet voor publiek toegankelijk en het is nog steeds regelmatig gesloten voor officiële bijeenkomsten, maar daarbuiten kun je het de laatste jaren op eigen houtje of met een rondleiding (bijvoorbeeld van de Vrije Academie) bezoeken. Kijk dan wel eerst op de website van het paleis voor de openingstijden.
Vreemd genoeg kostte het ons wat moeite om de bezoekersingang van het paleis te vinden; die ligt wat verscholen aan de Damzijde. In het Hollands-classicistische ontwerp van Jacob van Campen (ook bekend van het Mauritshuis in Den Haag) uit 1648 ontbreekt een monumentale toegang, ook aan de kant van de Nieuwezijds Voorburgwal. Vanaf de Dam is goed te zien dat Van Campen zich door antieke Romeinse gebouwen heeft laten inspireren bij het ontwerpen van dit Amsterdamse stadhuis, dat na voltooiing het grootste niet-religieuze gebouw van Europa was. Rechte, statige lijnen, voorname versieringen en binnen veel marmer, dat overigens slechts uit dunne dekplaten bestaat om te voorkomen dat de 13657 palen het gebouw niet zouden kunnen dragen en het in de slappe veengrond zou wegzakken.
Als je de trap in het paleis oploopt, kom je in de schitterende Burgerzaal, waar Atlas op de bezoekers neerkijkt. Indrukwekkend is de sculptuur van de Gerechtigheid daaronder, met links de dood en een zandloper en daarnaast de Hebzucht (koning Midas met ezelsoren) , die door de Gerechtigheid wordt vertrapt. Deugdzaamheid en spaarzin waren in het burgerlijke Amsterdam van de 17e eeuw belangrijke thema’s, zo blijkt.
Het paleis is tot aan de grote renovatie begin 21e eeuw door geldgebrek een tijdlang enigszins verwaarloosd, wat nog altijd aan het plafond van de Burgerzaal te zien is. Door de walm van de kroonluchters (inmiddels elektrisch) is het vrijwel zwart geworden en is de plafondschildering slecht zichtbaar.
Een rondgang door de andere zalen van het paleis is zeker de moeite waard, maar verwacht geen Versailles-pracht en praal. De meeste zalen zijn ingericht met empire-meubilair, sommige op aanwijzing van de koninklijke familie, maar overdadige luxe ontbreekt, naar goed Hollands gebruik. Bij staatsbezoeken dient het paleis als logeergelegenheid voor buitenlandse delegaties, en een deel van de zalen en kamers is dan in gebruik als als hotel. Bij zulke gelegenheden is het paleis natuurlijk niet voor bezoekers geopend.
Dat het monumentele pand staatseigendom is en door de koninklijke familie wordt gebruikt, valt overigens van oudsher niet bij alle Amsterdammers goed. Die beschouwen het als een op en top Amsterdams symbool en menen dat het alsnog stadhuis zou moeten zijn. Gezien de enorme onderhoudskosten en de bouw van de Stopera aan het Waterlooplein is de kans klein dat het Paleis op de Dam een meer lokale functie krijgt.
Aan het eind van de rondgang door het paleis passeer je de deuren die toegang geven tot het beroemde balkon, waar koningin Juliana in 1980 afstand deed van de troon. Het balkon is eigenlijk heel bescheiden en ligt ook opvallend laag boven het plein. In de zaal ernaast hebben zowel Juliana als Beatrix in 2013 de documenten van de troonsafstand ondertekend.