Napels is de onbetwiste hoofdstad van de pizza, en omdat we zelf liefhebber zijn en zelfs een echte Italiaanse Ferrari (second-best na een houtoven) bezitten, gingen we natuurlijk op zoek naar de beste pizzeria. Volgens de kenners is dat L’Antica Pizzeria Da Michele (sinds 1870), die zichzelf zonder valse bescheidenheid als Il Tempio (“de tempel”), afficheert. En daarom togen we op een zaterdagavond in januari door duistere Napolitaanse stegen naar dit walhalla van de pizza, in de hoop een tafeltje te bemachtigen (aan reserveren doen ze niet en op zondag zijn ze gesloten).
Bij onze aankomst rond kwart voor negen zien we een hele meute wachtenden voor het wereldberoemde etablissement, dat als een soort kantine oogt, compleet met formica tafeltjes en helle TL-verlichting. Het enige opvallende element is de grote houtoven met bezige pizzaioli, die per dag 500 pizza’s produceren. Eerst een nummertje halen aan de deur, luidt het devies. We horen dat nummer cinquantatre wordt afgeroepen, dus met ons 03-briefje betekent dat nog vijftig te gaan… De twijfel slaat toe, maar we besluiten vol te houden, want voor de ultieme pizza willen we best wat geduld oefenen, en het bonte gezelschap Napolitanen en Italiaanse toeristen voor de deur biedt voorlopig genoeg afleiding.
We installeren ons pal naast de deur om de voortgang goed in de gaten te kunnen houden, naast de onverbiddelijke poortwachter met zijn nummerboekje. Nou ja, onverbiddelijk… we ontdekken dat hij af en toe een blaadje achterhoudt om aan vip-klanten te kunnen uitdelen: Napolitaanse vrienden met een diamantje in hun oorlel en dames met de juiste intens smekende blik krijgen met een schalks lachje en driftige gebaartjes de geëiste of gehoopte voorrang…
Na een uur wachten hebben we inmiddels wel echt trek, maar het schiet nog niet op. We bekijken de opties aan de overkant van het plein, waar zich in het kielzog van Da Michele nog een paar pizzeria’s hebben gevestigd, maar daar is het verdacht leeg. We houden dus vol, en na ruim anderhalf uur klinkt eindelijk: “Numero tre per due!“
We vinden een plekje in het laatste van de drie zaaltjes – je krijgt geen eigen tafeltje, alle stoelen worden bezet – en na nog weer een kwartier wachten mogen we onze bestelling doen bij de ober, die geen moeite doet te verhullen dat hij al héél lang altijd hetzelfde in de aanbieding heeft: pizza margherita dan wel marinara (€ 4), al dan niet met extra mozzarella da bufala (+ €1, doen!), en bier, cola of water (€2) uit een plastic bekertje. Daar is verder geen menukaart bij nodig. Met uitzicht op een smullende Julia Roberts wachten we weer een stief kwartiertje, en nadat we ook Diego Maradona ontdekt hebben, arriveert eindelijk de pizza, na anderhalve minuut in de houtoven: zwartgeblakerd, met een brede rand (“cornigione“) om op te kauwen en smeuïg in het midden. En ja, deze simpele pizza krijgt voor textuur en smaak inderdaad een dikke tien. Simpelweg “buona“, zoals onze Italiaanse buren nog nagenietend boven hun lege bord verzuchten. Een godenmaal dus in deze tempel (al denken sommigen op Tripadvisor daar heel anders over), en alles bij elkaar een niet te missen Napolitaanse ervaring. We komen terug, maar dan niet op zaterdagavond!