
Tot frustratie van vele aquariumhouders zijn Japonica-garnalen voortdurend kogelrond zwanger, maar normaliter gaan alle eitjes zonder uitzondering verloren in vissenmagen. Dat komt doordat de larven in de natuur naar zout water spoelen en daar verblijven tot ze muteren tot garnaaltjes. Vervolgens zwemmen ze stroomop terug naar het zoete water om daar verder hun garnalending te doen.
Een heel gedoe om dit in gevangenschap na te bootsen, vandaar dat ik bij begin van dit avontuur weinig hoop had op een goed einde. Vaak wilde ik het hele experiment door de wc spoelen omdat er geen larve meer te zien was, maar uiteindelijk was ik de trotse fokker van 30 kleine Japonica’s!

Dit is het verslag van mijn eerste, en geslaagde poging om Japonica’s te kweken.
Waarschuwing: op deze manier zal het alleen lukken in de zomermaanden, en met heel veel waterwisselingen, want het beheersen van de waterkwaliteit vraagt waterwisselingen a twee dagen.
Deze kweek heeft plaatsgevonden in juli/augustus. Warmte en licht waren van nature voldoende aanwezig. Geen lampen of verwarming gebruikt. Door de frequente waterwisselingen was een zoutmeter overbodig.
Wat ik wel gebruikt heb:
- Bakje van 6 liter
- Tussenbakje van 1 liter
- Grote holle steen
- Minipompje – ook het kleinste pompje geeft nog steeds erg veel turbulentie. Prik om de druk te verlagen aan het begin van het slangetje gaatjes tot je een mooie luchtflow hebt.
- Slangetjes met splitter
- Thermometer
- Stukje koolfilter met tie-wraps
- Stukje gewoon filter met tie-wraps
- 2 zakjes Instant Ocean van 360 gram
- Liquizell (alleen op Internet verkrijgbaar)
- Spirulina tabletjes
- Tests voor nitriet
Fase 1: Eitjes/larven oogsten
Isoleer een hoogzwangere garnaal in het 6 liter bakje. Om stress te voorkomen leg je een holle kei in het bakje. De garnaal zal zich graag verstoppen. Plaats eventueel wat plantjes.
Water: uit het grote aquarium.
Beheersing waterkwaliteit: Dagelijks een liter verversen met aquariumwater. Beluchting met om het uiteinde van het slangetje een stukje koolfilter (tie-wraps gebruiken)
Voeding: wat de garnaal lekker vindt.

Fase 2, dag 0: de garnaal heeft de eitjes losgelaten, de larven verschijnen.
De garnaal gaat terug naar de grote bak. Verwijder de evt. plantjes – het zoute water zal alle zoetwaterbegroeiing doden.
Water: om de nitriet onder controle te houden moet je veel waterwisselingen doen. Gewoon kraanwater, met daarin opgelost Ocean salt. Het te verwijderen water hevel je met een klein slangetje. Bind een stukje gewoon filter om het uiteinde van het slangetje om te voorkomen dat je de larven opzuigt. Bij de eerste waterwisseling heb ik 1 liter water gewisseld: heel langzaam, met de hand, sterk zout water toevoegen totdat het 6 literbakje 20 gram zout per liter bevat.
Volgende dag: 1 liter wisselen met 30 gram zout
Voeding: de eerste twee dagen niets
Fase 3, dag 3: larven ontwikkelen zich
Zet het bakje in het volle licht, zodat de zoutwateralgen kunnen gaan groeien, maar pas op dat het niet te warm wordt in het zomerzonnetje.
Water: 2 liter water gewisseld met 30gram zout/liter om het zoutgehalte op te voeren. Hierna ongeveer á twee dagen een liter gewisseld met 30 gram zout. Vooral in het begin was er een nitriet-probleem door het afsterven van micro-organismen uit het zoetwater.
Dek de bak af met keukenfolie, anders wordt de omgeving gepekeld.
Voeding: Liquizell. Het water mag heel lichtgroen kleuren. Niet meer, dat geeft rotting.
Rommel van de bodem zuigen: de larven komen op licht af. Plaats aan één kant van de bak een sterke lamp, en zuig heel voorzichtig de rommel op, zonder larven te verwijderen.
Fase 4, dag 17: larven gaan actief grazen over de ruit
Voer: liquizell + verpoederde spirulina flakes. Bovendien gaan er nu heel veel algen groeien.
De larven blijven piepklein, maar de staartjes gaan geel kleuren. Je kunt zien dat ze gevulde maagjes hebben.
Water: vanaf hier waterwisselingen a drie dagen. Het nitriet is weg.
Verlaag vanaf dag 25 langzaam het zoutgehalte door waterwissels met 20 g/liter te doen.
Fase 5: dag 32 metamorfose!
Na de metamorfose gaan de garnaaltjes heel anders bewegen, als een garnaal. Bovendien worden ze héél druk: ze willen immers stroomop zwemmen, naar het zoete water. Ze zijn opnieuw kleurloos. De kleine garnaaltjes gaan in een apart overgangsbakje, in 24 uur meng je het water langzaam van zout naar zoet met aquariumwater. Ze kunnen nog niet naar het grote aquarium, want ze zijn nog steeds zo klein als visvoer.
Niet alle larven gaan tegelijk, dus hier heb je het 1 literbakje en de splitter voor de beluchting nodig.
Schrob, als alle larven gemuteerd zijn, de (zoutwater) algen uit je 6 liter bakje en vul het weer met aquariumwater, en plantjes. Eenmaal hierin losgelaten verdwijnen de garnaaltjes onmiddellijk in de plantjes.
Fase 6: Groeien tot veilige aquariumgrootte.
Plaats geen holle steen in het zoetwaterbakje, anders gaan ze schuilen in de steen en eten ze niet.
Water: weer regelmatige waterwisselingen met water uit het grote aquarium
Voer: lekker veel planten uit het grote aquarium zodat ze kunnen schuilen in het groen met de algen. Javamos is heel geschikt. Voeg regelmatig gestampte Spirulina toe. Controleer de nitriet en zuig de rommel weg.
Nu gaan ze eindelijk enorm groeien. Na 2 weken zoetwater kunnen ze veilig naar het grote aquarium. (afhankelijk van de vissen in je grote aquarium uiteraard 😊)

Eenmaal in de grote bak zijn ze na 5 seconden verdwenen

In groepjes komen ze te voorschijn om te foerageren. (foto dag 72)
Mooie duidelijke beschrijving.
Leuke filmpjes.
Met plezier gekeken .